Aan het woord: bruikleengever Otto Liem
Op latere leeftijd werd Jan Toorop devoot katholiek, en raakte hij als kunstenaar steeds meer geïnspireerd door zijn geloof. Hij begon zijn artistieke talent in te zetten voor het verspreiden van prenten ten goede van het katholicisme. Vanaf begin januari is Villa Mondriaan hard op zoek gegaan naar deze heiligenprenten van Toorop. Vanuit het hele land kwamen er reacties op onze oproep, waardoor er nu maar liefst dertig heiligenprenten te zien zijn in de tentoonstelling Toorop: Tussen geloof en hoop. Uniek is dat deze allemaal gepaard gaan met een persoonlijk verhaal van de bezitter. Vandaag delen wij het persoonlijke verhaal van Otto Liem bij zijn prent ‘Inspiratie’ (1920):
“Deze reproductie is ooit van mijn moeder geweest. Zij heeft deze meegenomen vanuit Nederlands-Indië naar Nederland in de jaren vijftig. Bij ons in huis hing het in de gang, maar nu in mijn eigen huis hangt het boven. De prent is na het overlijden van mijn moeder in mijn bezit gekomen. Het spreekt mij aan, omdat ik er het gezegde ‘horen, zien en zwijgen’ in afgebeeld zie”.
Jan Toorop was zeer goed bevriend met dichter Pieter Cornelis Boutens. Deze vriendschap uitte zich zowel in de gedichten van Boutens als in de kunstwerken van Toorop. Zo schreef Boutens enkele van zijn gedichten, zoals ‘Sterren’, speciaal voor Toorop en later liet hij zich bij het schrijven van zijn poëzie ook inspireren door het werk van Toorop. Andersom liet Toorop zich bij het maken van zijn kunst ook inspireren door de woorden van Boutens.
Het gedicht ‘Nacht-stilte’ uit de dichtbundel Vergeten liedjes (1909) van Boutens wordt nogal eens naast de prent Inspiratie van Toorop geplaatst. Het is goed mogelijk dat één van de twee mannen zich door de woorden of de penseelstreken van de ander heeft laten inspireren.
Nacht-stilte
Stil, wees stil: op zilvren voeten
Schrijdt de stilte door den nacht,
Stilte die der goden groeten
Overbrengt naar lage wacht …
Wat niet ziel tot ziel kon spreken
Door der dagen ijl gegons,
Spreekt uit overluchtsche streken,
Klaar als ster in licht zoû breken,
Zonder smet van taal of teeken
God in elk van ons.