De tijdlijn van Piet Mondriaan
Piet Mondriaan verwierf wereldfaam in Parijs en New York. Maar waar leerde de jonge Piet schilderen en wanneer ging hij naar de Academie?
De familie Mondriaan verhuist naar Winterswijk. Vader Mondriaan wordt hoofdonderwijzer van de school voor Christelijk Nationaal Onderwijs in Winterswijk.
Piet begint aan de L.O. opleiding handtekenen. Ook krijgt hij schilderlessen van zijn oom Frits die graag naar Winterswijk komt om te schilderen met zijn neefje. Met zijn vader tekent hij graag.
Piet slaagt voor zijn akte handtekenen en gaat meteen door met de tweede tekenakte. Ook geeft hij tekenles op de school van zijn vader.
Piets kunst is onderdeel van Kunstwerken van Levende Meesters in Den Haag, zijn eerste tentoonstelling.
Piet verhuist naar Amsterdam en begint met de Rijksacademie, waar hij twee jaar studeert en daarna nog meerdere avondlessen volgt.
Piet wil meedoen aan de Nederlandse Prix de Rome, maar hij mag niet eens deelnemen aan deze prestigieuze prijs door zijn slechte representatie van het menselijk lichaam.
Piet doet een tweede poging voor de Prix de Rome, maar wordt weer om dezelfde reden afgewezen.
De drukte van Amsterdam wordt Piet te veel en hij verhuist naar Brabant. Hier schildert hij veel landschappen.
Piet woont weer in Amsterdam en wordt lid van een theosofische vereniging, dit beïnvloedt zijn werk. Theosofie is een combinatie van religie, wetenschap en filosofie. In theosofie gelooft men in de eenheid van de mens. Hierbij komt alles voort uit één onkenbare goddelijkheid. Dit betekent dat er een kern van waarheid in iedere religie is te ontdekken.
Piet exposeert zijn werk in een tentoonstelling over moderne kunst in het Stedelijk Museum. Het werk van de beroemde moderne kunstenaars Picasso en Braque hangt hier ook.
Piet verhuist naar Parijs en noemt zichzelf Piet Mondrian. Zijn werk wordt steeds abstracter onder invloed van onder meer het kubisme.
Piet keert terug naar Nederland voor een familiebezoek. Dan breekt de Eerste Wereldoorlog uit en kan hij niet meer terug naar Parijs.
Piet keert terug naar Parijs.
Piet schildert Compositie met geel, rood, zwart, blauw en grijs, zijn eerste neoplastische schilderij waarmee hij grootse bekendheid haalt. Vanaf dit moment werkt hij alleen nog met rechte lijnen, primaire kleuren en de non-kleuren zwart, wit en grijs.
Twee van Piets werken hangen in de 16de Biënnale van Venetië.
Piet wordt samen met onder meer Theo van Doesburg en Alberto Giacometti lid van de Association artistique Abstraction Création.
Parijs wordt overgenomen door de Duitsers, waar Piet van schrikt. Hij is bang dat zijn werk wordt ingenomen door de nazi’s en hij vertrekt naar New York.
Piet is goed betrokken in het sociale leven van New York en heeft veel Avant-Garde kunstenaars om zich heen. Hij houdt erg van dansen en jazz. Hij begint aan de Victory Boogie Woogie en de Broadway Boogie Woogie.
Piet werkt veel aan de Victory Boogie Woogie. Dan ontwikkelt een opgelopen verkoudheid zich tot een fikse longontsteking, waaraan hij op 71-jarige leeftijd overlijdt. Hij sterft als bekende kunstenaar, dit is bijvoorbeeld te zien op zijn begrafenis. Hier komen veel kunstenaars en kunstcritici naartoe. Toch krijgt hij een bescheiden graf.