nl
nl de en
Dinsdag tot en met zondag geopend | 11:00 tot 17:00 uur
Tickets kopen

La vibration des couleurs: reprise van de openingstentoonstelling in 1985

17 jun 2024

Door Caroline Roos-Schuurman

Deze zomer is in Museum Villa Mondriaan de bijzondere tentoonstelling La vibration des couleurs te zien. De aanleiding voor deze tentoonstelling is de gelijknamige expositie waarmee Elizabeth Wiggers (1942) in 1985 haar Galerie ’t Mondriaanhuis opende op de benedenverdieping van het voormalig woonhuis van de familie Mondriaan. Zelf woonde Elizabeth met haar man Jan Nijhuis (1939-2007) op de bovenverdieping. Nu omvat de expositie – net als toen – werk van Piet Mondriaan (1872-1944), Jan Sluijters (1881-1957) en Leo Gestel (1881-1941). Dat op deze plek deze tentoonstelling kon worden gehouden, gaat een heel verhaal vooraf.

Zaalfoto Museum Villa Mondriaan tentoonstelling ‘La vibration des couleurs’ 2024 . Foto Erwin Kamp.

Elizabeth wist van het bestaan van het Mondriaans woonhuis door de tentoonstelling Mondriaan in Winterswijk. Die was in 1979 georganiseerd in Museum Freriks door kunsthistoricus Herbert Henkels (1940-2002) in samenwerking met de Winterswijkse historicus Wim Scholtz (1945). Op tweede kerstdag stonden Elizabeth en Jan Nijhuis te wachten in een flinke rij voor Museum Freriks aan de Groenloseweg. Geheel onverwacht werd Elizabeth door Willem Peletier van Vereniging Het Museum uit de rij getrokken. Haar eerste gedachte was: ‘Waarom haalt hij mij nu uit de rij? Is het misschien omdat er werk van zo’n belangrijke man als Mondriaan hangt? Ik zal wel gefouilleerd worden’.

In Museum Freriks. Op de voorgrond van links naar rechts: Willem Peletier, Jan Nijhuis, Elizabeth Wiggers, Wim Scholtz, 1985. Foto collectie Elizabeth Wiggers.

Peletier zei tegen haar: ‘Wilt u even mee naar binnen komen’. Alle mensen keken natuurlijk. Dat voelde voor haar op dat moment dan ook als een gênante vertoning. Eenmaal binnen bleek ze de 10.000e bezoeker van dat jaar te zijn. Zoals Elizabeth vertelde: ‘Dat was heel gek, Peletier hield een verhaaltje en ik kreeg een leuk boekje, een affiche en bloemen en er werd een foto gemaakt voor in de krant’. Het leuke boekje bleek de catalogus van de tentoonstelling te zijn, samengesteld door Herbert Henkels, en zoals later zou blijken, een belangrijk geschenk.

Huis te koop

Door alle publicaties, onder andere door die van Wim Scholtz, had Elizabeth zorgen over het slordige omgaan van de gemeente Winterswijk met het Mondriaanhuis. Toen bleek in 1984 dat het huis van Mondriaan te koop stond. Ze liep al langer met plannen rond om een galerie te beginnen en dacht: ‘Als ik deze kans niet grijp dan ben ik wel mal. Daar wil ik iets moois van maken en misschien later wel een museum’. Ze zei tegen Jan: ‘Dat Mondriaanhuis staat te koop, wat vind je daarvan?’ Hij schrok er natuurlijk eerst wel van, maar hij zag ook de mogelijkheden.

Elizabeth Nijhuis-Wiggers tijdens de verbouwing. Foto Collectie Elizabeth Wiggers.

Het huis was in een vreselijke staat. De verwarming en vloeren waren stuk en hier en daar waren ramen kapot. Het plafond was deels nog van riet dat op veel plekken er tussenuit stak. Het was een treurnis. Ook al wilden ze eerst nog nadenken, ze namen toch een optie. Op dat moment hoopten ze nog op subsidie van de gemeente, wat ijdele hoop bleek. Opnieuw gingen ze bij het huis kijken en in vergelijking tot de keer daarvoor was de tuin gehalveerd. ‘Geen stijl’, vond Elizabeth.

Ze schreven een brief aan de gemeente dat ze een galerie in het huis wilden beginnen met beelden in de tuin. Daarbij uitten ze hun verontwaardiging dat de tuin nu opeens een stuk kleiner was. Terugdraaien bleek niet te kunnen, maar ze kregen wel over de hele breedte een meter of vijf in bruikleen. Ze zeiden toen tegen elkaar: ‘Nou oké dan accepteren we dat’ en kochten in 1984 het Mondriaanhuis. Daarmee redden zij het woonhuis waar Mondriaans kunstzinnige ontwikkeling was begonnen.

Mondriaanhuis gerenoveerd en geheel wit gesausd, 1985. Collectie Elizabeth Wiggers.

In bruikleen

In 1985 werd het huis geheel gerenoveerd. Elizabeth en Jan hebben niet echt verbouwd, alleen op zolder een dakraam geplaatst en een raam in de keuken, want zoals Elizabeth zegt: ‘dat was mijn dagverblijf’.

In november van hetzelfde jaar wilde ze de galerie openen met een tentoonstelling die indruk zou maken. Elizabeth had indertijd bij de jubileumtentoonstelling van de Vereniging Het Museum in Museum Freriks uit de rij was geplukt het boekje van Henkels van het Haags Gemeentemuseum (nu Kunstmuseum Den Haag) gekregen. Dus besloot ze Herbert Henkels te bellen en ze zei tegen hem: ‘In 1979 heb ik zo’n mooi boekje van u gekregen en nu ben ik van plan dat huis op te knappen en er een galerie in te beginnen. Zou het nu niet aardig zijn als ik van jullie wat schilderijen in bruikleen zou kunnen krijgen.’ Het gelach aan de andere kant van de lijn was homerisch en hij zei: ‘Nee daar hoef je echt nooit aan te denken, dat gebeurt niet.’

Herbert Henkels in zijn werkkamer in het Gemeentemuseum, 1986, Den Haag. Fotograaf: Helena van der Kraan. Bron: https://rkddb.rkd.nl/rkddb/Inventar/Henkels_Herbert.pdf

Toch belde hij Elizabeth een tijdje later terug en zei: ‘Misschien zie ik toch wel kans om een kleine collectie Mondriaans bij elkaar te krijgen’. Henkels had de familie Esser benaderd of ze zo aardig wilden zijn om werk uit te lenen en dat bleken zij wel te willen. Elizabeth ging samen met Henkels op bezoek bij Olga van den Berg-Esser (1936-2016) en haar echtgenoot in Amsterdam. Olga was de jongste dochter van de eerste Mondriaanverzamelaar Johannes Fredericus Samuel Esser (1877-1946). Zij reageerden ontzettend enthousiast op haar plannen: ‘Die mensen die hielden van Mondriaan’. Voordat de galerie goed en wel open was, wilden ze Elizabeth al werk in bruikleen geven voor de tentoonstelling.

Er waren nog andere mensen die werk wilden uitlenen. Daaronder twee mensen die waren betrokken bij erfgoedstichting Heemschut, die zich indertijd ook had ingezet voor het behoud van het Mondriaanhuis. [1] Op deze manier had Elizabeth inmiddels een aardige verzameling bij elkaar, waaronder zo’n zeven werken van de familie Esser. Vasthoudend als ze was belde ze opnieuw naar het Gemeentemuseum en zei tegen Henkels: ‘Ik vind het heel aardig dat je me helpt, maar dan moet je ook nog even verder blijven helpen, want ik heb nu een kleine collectie bij elkaar, maar dat is te klein om echt aandacht aan te schenken. Als ik er vier of vijf bij zou hebben dan is het de moeite waard voor een Mondriaantentoonstelling’. Zo kreeg ze nog zeven schilderijen in bruikleen. Deze werken staan alle in de door Henkels samengestelde catalogus. In de inleiding van de catalogus bedankt Elizabeth de Stichting Mondriaan, opgericht in 1981, omdat zij de beslissing om het pand te slopen wisten te vertragen.

‘Drie hooibergen in een veld’, ca. 1907, olieverf op doek, particuliere collectie. Museum Villa Mondriaan, Winterwijk.

‘Drie hooibergen in een veld’ uit 1907 is een voorbeeld van een schilderij dat afkomstig is uit de collectie van Esser. Het was niet te zien in 1985, maar is wel sinds 2016 in Museum Villa Mondriaan. Een particulier kocht het werk bij Christie’s Amsterdam en gaf het in bruikleen. [2]

Uiteindelijk bevatte de tentoonstelling veel werken die indertijd tot de deelcollectie ‘Amsterdamse luministen’ van Esser behoorde. In de catalogus van 1985 stonden vijftien van deze luministische werken afgebeeld. Henkels schrijft daar in de catalogus over: ‘het trefzekere in compositie en uitbeelding wordt voor een groot deel bepaald door het ‘spontane’ karakter van de verfstreek en de verfmaterie. De kleurstelling is de ruggengraat van het gehele doek.’ [3] De tentoonstelling was in zekere zin een hommage aan de verzamelaar van deze in in hun tijd ultramoderne kunstenaars.

Catalogus La vibration des couleurs’, met op de voorkant ‘Landschap met bomen’ door Leo Gestel uit Voorheen collectie Esser.

Verzamelaar Esser staat dan ook prominent met zijn door Jan Sluijters geschilderde portret in de door Henkels samengestelde catalogus. Naast kunstverzamelaar was Esser Nederlands schaakkampioen en plastisch chirurg avant la lettre. Hij opereerde duizenden soldaten uit de Eerste Wereldoorlog voordat er überhaupt nog maar ergens een plastisch chirurg was. Zoals Elizabeth het zegt: ‘Hij zette deze jongens nieuwe neuzen op het gezicht, en werd daar internationaal beroemd mee’. Hij probeerde jongens wiens gezicht half was weggeschoten er weer zo te laten uitzien dat ze zo min mogelijk sociaal gediscrimineerd zouden worden. [4] Biograaf David de Poel doet de suggestie dat Mondriaan patiënt was bij Esser en zijn consulten betaalde door Esser werk te laten uitzoeken. [5] Daar is geen bewijs voor gevonden. Wel staat vast dat Esser de huisarts was van Breitner en mogelijk ook van Sluijters die een consult in natura betaalde met een van zijn werken. [6]

Jan Sluiters, ‘Portret van dr. J.F.S. Esser (1877-1946)’, 1912, privécollectie. Bron: RKD.

Vaders verzameling

Elizabeths kordate en volhardende aanpak was succesvol en op 30 november 1985 opende ze haar Galerie ‘t Mondriaanhuis met de tentoonstelling La vibration des couleurs. Elizabeth herinnert zich dat Essers dochter Olga en haar man Pieter van den Berg de openingstentoonstelling bezochten. Elizabeth zag dat ze met zijn tweeën stonden te genieten voor de schilderijen die de vader van Olga had verzameld.

Tijdens de opening was er moderne jazzmuziek te horen, passend bij Mondriaans voorliefde voor jazz. Elizabeth had het in 1982 opgerichte Mondriaan-kwartet op de radio gehoord. Op Elizabeths vraag of ze wilden komen spelen, reageerde het kwartet direct positief en tijdens de opening speelden zij pro-deo. Elizabeth was erg tevreden over hoe de tentoonstelling liep, ze zegt daarover: ‘Het was fantastisch, ik liep op wolkjes. Er hingen dan ook fantastische schilderijen’.

De drie werken rechts hingen in ook galerie’ t Mondriaanhuis tijdens de openingstentoonstelling 1985. Zaalfoto Museum Villa Mondriaan ‘La vibration des couleurs’ in 2024 . Erwin Kamp.

De Gemeente ’s-Gravenhage schonk bij de opening een appelboompje aan de Gemeente Winterswijk. In een brief aan de toenmalige burgemeester Cor de Vries schreef de burgemeester van Den Haag de reden van hun geschenk: ‘Gezien de grote plaats die bomen, en speciaal appelbomen, in het werk van Mondriaan innemen, lijkt het ons een passend gebaar U een appelboompje aan te bieden, ter plaatsing in de tuin van het huis aan de Zonnebrink, zodat voor de huidige en toekomstige generaties deze plaats bewaard zal blijven.’ [7] Ook werd tijdens de opening door de Stichting Mondriaanhuis een gedenkplaat aangeboden voor het ouderlijk huis van Mondriaan.

De in 1980 opgerichte Mondriaanstichting had geprobeerd het Mondriaanhuis van de sloop te redden. In 1982 bleek dat ze niet veel meer dan 2000 gulden hadden verkregen via donateurs, kunstverkoop en veiling. Toen concludeerde het bestuur dat ze niet in staat zouden zijn het pand te kopen en besloten ze tot opheffing van de stichting. Dit besluit haalde de landelijke dagbladen. De Telegraaf schreef ‘Mondriaanhuis zal geen museum worden’. Het museum kwam er gelukkig toch. De gedenkplaat die nu nog steeds de buitenmuur van Villa Mondriaan siert, werd betaald van de 2000 gulden. [8]

Gedenkplaat ontworpen door Robert Jansen, 1985.

Al doende leren

Toen Elizabeth in Winterswijk haar galerie wilde vestigen, zeiden mensen tegen haar: ‘wat doe je toch in de Achterhoek met een galerie’. Maar ze dacht: ‘Als ik voor elkaar boks wat ik van plan ben, dan komen de mensen vanzelf naar mij toe’. En dat gebeurde ook. Ze leerde het vak al doende, vooral door de gesprekken die ze had met kunstenaars. De galerie was vijf dagen per week open en ze zorgde ervoor dat ze ‘altijd op honk zat’. Daardoor stonden mensen nooit voor een dichte deur. Net zoals tegenwoordig het geval is bij Museum Villa Mondriaan, trokken de tentoonstellingen bezoekers uit heel Nederland. Elizabeth adverteerde dan ook in landelijke dagbladen, zoals de Volkskrant.

Advertentie in De Volkskrant, 24-10-1986.

Iedere zes tot acht weken kwam er een andere collectie. Er volgden altijd veel reacties vanuit het hele land, maar nauwelijks tot geen uit Winterswijk. Al wist de post de galerie ook zonder adres prima te vinden.

Ongeadresseerde, maar wel juist bezorgde brief. Archief Elizabeth Wiggers.

Geen cent subsidie

Elizabeth kreeg zoals ze zegt ‘geen cent subsidie’, ook niet voor bijzondere tentoonstellingen. Het maken van exposities, zoals de openingstentoonstelling en bijvoorbeeld die van Michael Seuphor – een vriend van Mondriaan – was en is een dure grap. Het ging niet alleen om het publiceren van een catalogus met alle werken afgebeeld in kleur maar ook om verzekeringen en beveiliging. Dat soort zaken kost heel veel geld, maar dat vond ze geen probleem. Achteraf is ze nog wel teleurgesteld over de houding van de gemeente, omdat het zo onredelijk was dat er geen enkele belangstelling was om ook maar na te denken over enige financiële steun. Haar man Jan stond helemaal achter haar en vond het ook erg leuk wat ze deed. Ze moest er wel heel hard voor werken. Dat ze er niet aan verdiende, dat was niet zo erg: ‘Ik heb mijn bootje niet gekocht en mijn tweede huis in Zwitserland niet, maar dit soort dingen gedaan’.

Elizabeth constateerde dat allerlei deuren opengingen en nog steeds opengaan wanneer de naam Mondriaan valt. De wereldfaam van Mondriaan nam de afgelopen jaren alleen maar toe. Het recent gelanceerde project The Mondrian Papers met alle brieven en theoretische geschriften van Mondriaan, zal dat nog weer versterken. [9]

Piet Mondriaan, Huisje bij zon, 1909, olieverf op doek, 52,5 x 68 cm., Collectie Kunstmuseum Den Haag.

De wereldfaam die Mondriaans schilderkunst ontwikkelde, begon in Winterswijk. Het vervolg van die ontwikkeling kunnen we zien tijdens de tentoonstelling La vibration des couleurs in Museum Villa Mondriaan. Daar ‘spatten de kleuren van het doek en komt het woonhuis van de familie Mondriaan tot leven’. [10]

*Dit artikel is grotendeels gebaseerd op de persoonlijke gesprekken met Elizabeth Wiggers in 2022. Ik ben haar zeer erkentelijk voor haar gastvrije, warme ontvangst en haar enthousiaste verhalen. Tevens met dank aan Museum Villa Mondriaan voor de foto’s en de waardevolle opmerkingen van junior-conservator Jitske Lamain.

Bronnen:
[1] Rob Lureman, ‘Winterswijk: sloopdorp’, Heemschut. Voor het behoud van erfgoed. (1981) 3-7, aldaar 4-5.
[2] ‘Villa Mondriaan in Winterswijk heeft er een vroege Mondriaan bij’, Omroep Gelderland (2016).
[3] Henkels, Herbert, La vibration des couleurs. Mondriaan, Sluijters, Gestel. Catalogus Galerie ‘t Mondriaanhuis (Den Haag 1985) 23.
[4] Henkels, La vibration des couleurs, 7-10.
[5] David de Poel, Ik wil koning zijn. De lotgevallen van het genie Johannes Esser (Amsterdam 2024), aldaar 103.
[6] Jonkman, Mayken e.a., De onstuitbare verzamelaar J.F.S. Esser. Mondriaan Breitner Sluijters e.a, Catalogus Singer Laren (Zwolle 2005), aldaar 33 en 65.
[7] Brief d.d. 29 oktober 1985 van mr. dr. A.J.E. Havermans, Burgemeester Gemeente ‘s-Gravenhage aan C. de Vries, Burgermeester van Winterswijk
[8] Archief Stichting Mondriaanhuis; Persbericht Haags Gemeentemuseum 21 november 1985 ‘Gemeente schenkt appelboompje’.
[9] Zie: https://mondrianpapers.org
[10] Zie voor informatie over de tentoonstelling: https://villamondriaan.nl/tentoonstellingen

Dit artikel is verschenen in Museum Nieuws nr. 189 juni 2024, Vereniging het Museum (VHM) Winterswijk.

Terug naar overzicht